Home | Gastenboek | Over ons |

Panamericana   Eurazie   Voorbereidingen   Projekten   Het voertuig  
Nederlands   English

Onze route - I:

31.05.03:
  • Latakya
  • Banyas

    01.06.03:
  • Qalaat al Marqab
  • Krak des Chevaliers

    02.06.03 - 03.06.03:
  • Palmyra (Tadmur)

    04.06.03 - 05.06.03:
  • Maloula




    Onze route - II:

    06.07.03:
  • Bosra

    07.07.03 - 10.07.03:
  • Damascus

    11.07.03 - 12.07.03:
  • Nebek

    13.07.03:
  • Hama
  • Afamia

    14.07.03 - 17.07.03:
  • Serjila
  • Aleppo

    17.07.03 - 18.07.03:
  • Qalaat Samaan



  •   Syrie
    Op deze pagina beschrijven we onze ervaringen in Syrie. Naast ons reisverslag vind je hier een aantal links naar informatieve sites, variërend van algemene informatie tot de adressen van de ambassades.

    Inhoud:
  • Deel 1: Zuidwaards (31.05.03 - 06.06.03)
  • Deel 2: Noordwaards (06.07.03 - 18.07.03)


    Deel 1: Zuidwaards (31.05.03 - 06.06.03)

    Geschreven door: Dorrit

    Het is maar een heel klein grenspostje, maar helaas zijn ze wel op de hoogte van de EUR 100 wekelijkse dieselbelasting die er in Syrie geheven wordt aan buitenlanders. Het westen van Syrie is erg groen en doet haast Grieks aan met al zijn olijfgaarden. Op de weg doet het echter helemaal niet Grieks aan: de bussen en vrachtwagens zijn minstens dertig jaar oud en in alle kleuren opgetuigd, met veel zilver en glitter en struisvogelveren op de grill. Vergeleken met het rijgedrag hier rijden zelfs de Grieken en de Turken als bejaarden.
    De hele dag hoor je "Welcome to Syria" van iedereen: de mensen lijken erg blij te zijn dat er eindelijk weer een toerist opduikt. We parkeren de eerste avond voor een winkeltje en worden meteen volgestopt met thee, fruit en verplichte geschenken. Aan de muur een foto van president Bashar Assad, alsof die buiten nog niet op elke straathoek hangt.

    Krak des Chevaliers In het groene noordwesten van Syrie bezoeken we de kruisridderkastelen Qalaat Marqab en Krak des Chevaliers. Op weg naar de laatste burcht verdwalen we wat op de kleine weggetjes en komen in een volledig Grieks gebied terecht. De mensen zien er Grieks uit, de huizen zien er Grieks uit en ze hebben er geen moskeeen, maar Grieks-Orthodoxe kerken. In de hofjes worden zelfs varkens gehouden. In Syrie (en in Jordanie en Libanon overigens ook) blijkt minstens 10% van de bevolking christelijk te zijn, de islam neemt hier dan ook geen bijzondere positie in zoals in bv. Iran.
    Krak des Chevaliers is een prachtig bewaard gebleven kruisridderkasteel. Het lijkt een beetje op de Marienburg in Polen, is dan ook door dezelfde firma (afdeling Johanniter) gebouwd.

    Baaltempel in Palmyra Dwars door de woestijn loopt de weg naar Palmyra, de antieke handelsstad ca. 200 km oostenlijk van Damascus. Het groen is in Palmyra helemaal verdwenen, na kilometers gele steppe is er daar alleen nog maar zand en stenen over. Onderweg zien we vele bedouinefamilies met kuddes schapen en geiten door de steppe trekken of voor hun donkerbruine nomadententen zitten. Soms zie je midden in al het geel/bruin ineens een stuk groen met veel palmen: een oase. Een eindje er vandaan graast vaak een kudde kamelen en dromedarissen. Af en toe duikt er een dorpje op, dat bestaat uit vierkante of bijenkorfvormige leemhutten in dezelfde kleur als de omgeving. Hier is niet veel veranderd in de laatste 2000 jaar! Palmyra
    In Tadmur wel: het dorpje maakte 2000 jaar geleden deel uit van de belangrijke handelsstad Palmyra en moet een van de mooiste steden uit die tijd geweest zijn. Nu leeft het van de toeristen en worden we er van alle kanten door de bevolking besprongen met aanbiedingen voor ezels-, kamelen- en riksha-ritjes, hotels en restaurants. En natuurlijk moeten we hun tapijten kopen! We slaan alles af en beginnen aan onze Palmyra-tour. Palmyra is echt schitterend: een enorme antieke stad, waarvan de prachtig bewaard gebleven tempels, zuilenstraten, stadspoorten en marktplaatsen exotisch tussen de palmen liggen. Het museum in het dorpje Tadmur viel wat tegen, maar het uitzicht vanaf de Arabische burcht op de heuvel over de Romeinse stad in de avondzon is echt een must! Ook een aanrader is de necropool met de graftorens en ondergrondse praalgraven uit de hoogtijdagen van Palmyra.
    Omdat het zo warm is zit iedereen 's avonds buiten op de stoep en rookt waterpijp (nargilé, of voor de westerse toeristen "hubbly bubbly"). Sommige mannen liggen in een overhemd dat tot hun voeten reikt (Coen heeft er later ook nog een gekocht in Damascus) op een matras op de stoep te slapen.

    De laatste stop voor we de grens naar Jordanie overgaan is in Maloula, een Orthodox bergdorpje, waarvan de wit en lichtblauw geverfde huisjes heel mooi tegen de berghelling liggen aangeplakt. We bezoeken er de kloosters en branden een kaarsje voor Coen's oma, die een paar dagen ervoor overleden is en de volgende dag begraven wordt.


    Als je wilt, kun je hier klikken om eerst ons verhaal over Jordanie te lezen, voor je verder gaat met deel twee van ons Syrie-verslag.


    Deel 2: Noordwaards (06.07.03 - 18.07.03)

    Geschreven door: Dorrit

    meloenen Ook nu vormt de grensovergang weer geen pretje en duurt weer zeker twee uur, ten dele omdat we weer proberen onder de dieselbelasting van EUR 100 per week uit te komen. Is ook wel erg belachelijk; met je benzine-auto hoef je niets te betalen. We vragen nog of we naar Libanon kunnen, maar daar mag je met je dieselauto helemaal niet naar binnen, dus dat moeten we maar voor een andere keer bewaren.
    We beginnen onze tweede trip in Syrie met Bosra aan de Jordaanse grens. Bosra is alweer een Romeinse stad, dit keer echter in donkergrijze basalt gebouwd en nog steeds bewoond. Hier zie je families in nog volledig intacte Romeinse huizen wonen. Ze gedragen zich zelfs nog als Romeinen; liggen in de warme middaguurtjes op een divan op de veranda te niksen of lopen met hun inkopen op hun hoofd over de 2000 jaar oude keienstraat. Bij een bakkertje halen ze hele stapels platte broden, die ze vervolgens op de ruines en de omgevallen zuilen te drogen leggen, voor ze ze naar huis dragen. Alsof je in een openluchtmuseum loopt.
    's Avonds zitten we op een bankje op het plein en kijken naar de film "het leven in Syrie": een brommertje komt voorbijrijden met 5 (!) man erop; een "Pakistaans"-versierde, 30 jaar oude bus komt voorbijrijden, op het dak meloenen en balen stro; voorbijlopende families heten ons welkom in Syrie. In de verte horen we muziek en worden nieuwsgierig. Op een pleintje wordt een bruiloft gevierd: ca. 200 mensen (mannen, de vrouwen staan aan de kant en kijken toe) zingen en dansen, waarbij wild wordt gezwaaid met enorme Arabische zwaarden.
    Bij het wegrijden uit Bosra hebben we onze eerste lekke band tijdens de reis. Goed dat we twee reservebanden bij ons hebben, dan kunnen we tot Turkije wachten met het repareren van deze band.

    De suqs van Damascus Volgend station is Damascus, waar we ons een weg door het vreselijk chaotische verkeer banen. Stel je een enorme menigte mensen voor, die allemaal tegelijk door dezelfde deur willen, en je hebt een aardig beeld van het Damascener verkeer. Iedereen toetert hard en onophoudelijk, duwt zich overal voor en scheurt zonder te kijken de weg op. 90% van het verkeer bestaat uit taxi's, dat verklaart veel.
    De middeleeuwse binnenstad van Damascus, omgeven door een goed bewaard gebleven stadsmuur, is in zijn geheel tot Unesco-werelderfgoed verklaard. En terecht: het is echt een schitterend gebied en als je hier rondloopt komen de Middeleeuwen weer tot leven. Een labyrinth van smalle straatjes met vakwerkhuisjes, eeuwenoude kloosters, kerken, Mariakapelletjes, moskeeen, medresses (koranscholen) en Khans (Ottomaanse handelshuizen rond een binnenplaats) ligt in een kring rond het hart van de stad: de suqs. De suqs zijn smalle, overdekte bazaarstraatjes, die uitpuilen van kleine winkeltjes en stalletjes, die op hun beurt weer uitpuilen van de verkoopwaar. Bij elkaar 12 kilometer winkelstraat! De oudste straten zijn meer dan 2000 jaar oud (en worden genoemd in de bijbel) en hebben winkelfacades uit de Romeinse tijd. Veel winkeltjes zijn in de Ottomaanse tijd opgeknapt en hebben prachtige 19e eeuwse inrichtingen. Massa's mensen wriemelen door de straatjes, veel Iraanse pelgrims in chador (zwarte, alles bedekkende lap), want Damascus is na Mekka, Medina en Jerusalem de 4e heilige plaats voor de Islam. We zien vrijwel geen andere westerlingen hier. Draaiende Derwish
    Voor alles is er een eigen suq: een kruidensuq (waar het overheerlijk ruikt), een tapijtsuq, een damastsuq, een brokaatsuq, een waterpijpsuq etc. etc. We slenteren vier dagen lang door de suqs en de straatjes eromheen en hebben nog steeds het gevoel slechts een klein deel gezien te hebben. Wat een fantastische stad.
    's Avonds lopen we door de boekensuq naar het door de reisgids hoogaangeprezen restaurant "Abu al Ezz". In dit prachtige restaurant, ingericht als een 19e eeuws paleis, eten we de hele avond de heerlijkste Syrische gerechten. Intussen speelt op de achtergrond een live band en voert een Derwish-danser zijn kunsten op. Een aanrader voor iedereen die in Damascus is. Omaijadenmoskee
    Ook een aanrader is de enorme Omaijaden-moskee midden in het suq-gebied. Vóór de eigenlijke moskee ligt de binnenplaats, waarvan de muren zijn versierd met goudkleurige mozaieken en de vloeren met wit/bruine marmermozaieken. Binnen liggen en zitten de mensen op de mooiste en duurste Turkse, Turkmeense en Iraanse tapijten, die de hele gebedsvloer bedekken. Centraal staat de sarcofaag met het hoofd van Johannes de Doper. Johannes de Doper wordt ook in de islam als profeet gezien en dus staan in chador geklede Iraanse moslimvrouwen zij aan zij met modern geklede christelijke Arabieren om de sarcofaag geschaard om "hun" profeet te zien.
    Het national museum valt een beetje tegen; ze hebben er wel wat aardige dingen (o.a. een nagebouwde graftombe uit Palmyra, een kleitablet met het oudste alfabet ter wereld en een 19e eeuwse Damascener paleiskamer), maar over het algemeen zijn de stukken fantasieloos in een rijtje naast elkaar neergezet en ontbreekt de "ondertiteling". Rukkaya moskee
    We bezoeken nog een shiitische moskee (Rukkaya), een pelgrimsoord omdat er een shiitische heilige ligt begraven. Binnen is het bomvol met mensen die opzwepende liederen zingen en zich daarbij als wilden op de borst staan te slaan. De vrouwen hangen luidkeels huilend aan de wand van de sarcofaag of zitten, zichzelf op de borst slaand, op de grond te huilen. Dit keer is het onze beurt met open monden naar de mensen om ons heen te staren in plaats van andersom. Heel kort maar, dan maken we gauw dat we wegkomen.
    Nog een laatste keer de suqs in, waar de stadsgracht rood ziet van het bloed van een versgeslacht dier, tienjarige jochies enorme balen en dozen heen en weer sjouwen (School? Daar hebben ze wel eens over horen vertellen, ja..) en mannen op de stoep voor het stadhuis achter hun typmachines zitten en formulieren invullen of stukken voorlezen aan analfabete bedouinen. Dan rijden we deze prachtige stad uit.

    In het katholieke klooster Deir Mar Musa, midden in de woestijn ten oosten van Nebek, rusten we twee daagjes uit van Damascus. We nemen o.a. deel aan een katholieke kerkdienst in het Arabisch, opgevoerd door een Italiaanse pater en een Duitse monnik die samen het klooster leiden. De dienst vindt plaats in een bedouinentent op de voorplaats, want de 1400 jaar oude kerk wordt gerestaureerd.
    Tijdens het daaropvolgende gezamelijke avondmaal kletsen we gezellig wat met de Duitse monnik. Hij vertelt dat hij net als wij op wereldreis was en hier in het klooster is blijven hangen. Hij is vervolgens katholiek geworden, heeft een opleiding tot monnik gedaan en is nu van plan de rest van zijn leven hier te blijven.

    Op de snelweg naar Hama zien we weer de vreemdste dingen, zoals een man die met zijn afgeschroefde benzinetank op zijn schouder de laatste kilometers van zijn auto naar het tankstation loopt of vrachtwagens die dwars tegen het verkeer in komen rijden. Van de met 120 km/u voorbijracende motorrijder in T-shirt zonder helm kijken we al niet eens meer op. Hama
    Hama is bekend om zijn enorme, eeuwenoude waterraden, de zog. "noria's". Overal langs de rivier zie je en vooral hoor je de reusachtige houten raden draaien.
    We rijden door naar Apameia (Afamia), 2000 jaar geleden een bloeiende handelsstad, nu alleen nog maar een 2 km lange zuilenstraat en wat ruines. Wel erg mooi gelegen tussen de grasvelden en akkers. De bevolking van het kleine dorpje ernaast staart weer extra intensief en de kinderen rennen "hello" roepend achter ons aan en willen op de foto.
    We verruilen de ruines van Apameia voor die van Serjila, een in de 6e eeuw verlaten Byzantijns stadje waarvan de buitenmuren van vrijwel alle gebouwen nog goed bewaard gebleven zijn (moeilijk te vinden: 35° 38' 481"). Alleen de binnenkant en de daken ontbreken, het doet allemaal wat spooky aan.

    Suq-winkelier Aleppo, de tweede stad van Syrie en volgens sommige mensen net zo leuk of leuker dan Damascus, vind ik persoonlijk een beetje tegenvallen. De suqs zijn weliswaar ouder dan die van Damascus (Aleppo is een van de oudste steden ter wereld), maar ook een stuk viezer en de verkopers zijn vreselijk opdringerig. De mannen staren en maken opmerkingen of vreemde geluiden naar me, ondanks de bedekkende en verhullende kleding die ik aanheb (bij deze hitte!). Later hoor ik van een shiitische familie uit Bahrain (ook ongesluierd), dat die ook helemaal gek worden van al die opdringerige mannen, maar dat dergelijke mannen nou eenmaal vinden dat een ongesluierde vrouw een slechte vrouw is en ze die niet hoeven te respecteren. Ik negeer ze zoveel mogelijk, maar als er dan een het nodig vindt in mijn billen te knijpen wordt het me te gek en geef ik hem een duw. Er zijn grenzen.
    Buiten de suqs doet de stad een beetje grauw aan, restaurants zijn haast onvindbaar en bovendien vreselijk duur en toeristisch. We eten dus twee dagen lang instantmaaltijden in de camper.
    Het enige echt mooie in Aleppo is de schitterende citadel, die hoog bovenop een heuvel midden in de stad ligt. Hier lopen we een dagje rond door de gangen, poorten, troonzaal, gevangeniskelders en uitzichtstorens. Leuk. Bijkomen doen we op een schattig hofje onder een dak van wijnbladeren, onder het genot van een waterpijp. Het enige leuke terrasje dat we in heel Aleppo hebben kunnen vinden - en we hebben heel wat gezocht - en dat vlakbij de auto (ca. 200 meter ten oosten van het national museum, voor de moskee).

    Nog een dagje picknicken tussen Aleppo en de grens, waar pickups met wel twintig landwerkers tegelijk in de laadbak voorbij rijden en een ijsboer ons een halve liter ijs cadeau doet. Dan verlaten we "Arabistan" zoals de Turken het noemen en gaan bij Reyhanli de grens over. Hier lukt het ons met veel blufpoker, domhouden en vooral veel geluk niet voor de tweede week Syrie dieselbelasting te hoeven betalen, dat scheelt toch weer 100 EUR.

    Dorrit



      Embassy links   Language  
      Foreign embassies in Holland and Dutch embassies abroad
      Foreign embassies in Germany and German embassies abroad
      Foreign embassies in Britain and British embassies abroad


      General links   Language  
      Lonely Planet World Guide: Syria
      MyTravelGuide - Syria
      Visit Syria

  • Onze top 4:

    1. Damascus

    2. Palmyra

    3. Bosra

    4. Krak des Chevaliers

    Grenskosten:

    1. Dieselbelasting:
        EUR 100 / week

    2. WA-verzekering:
        EUR 60 / maand

    3. Visa:
        EUR 35 / persoon

    4. Carnetkosten:
        EUR 2

    Waarschuwing:

    Pas op voor de beruchte "speedbreakers": ze zijn niet aangegeven en door de ontbrekende markering bijna onzichtbaar. Je kunt er echt je auto op kapot rijden!

    Waarschuwing (2):

    Ondanks de EUR 100 dieselbelasting per week is de diesel erg slecht in Syrie.

    TIP:

    Het visum voor Syrie hebben we zonder problemen aan de Jordaanse grens gekregen.

    TIP:

    Sinds kort kun je in Syrie ook pinnen: in Damascus tegenover het Cham Palace Hotel is een pinautomaat die ook buitenlandse kaarten accepteert. Op vrijdag is hij echter buiten werking.

    Restauranttip:

    Damascus: Abu 'l Ezz in de boekensuq, vanaf de westpoort van de Omaijadenmoskee naar het westen de suqs inlopen en in het overdekte deel meteen de eerste suq rechtsaf.

    Eettip:

    Aleppo: in de Baronstreet, ten zuiden van de bioscoop Ugarit, zit een klein maar fijn hamburgertentje annex fruitsapzaakje.